2 Chronicles 27:2

2) deed dat recht was

Te weten, in het voorstaan van den zuiveren godsdienst. Vergelijk boven, 2 Kron. 26:4, en zie de aantekening.

2Ch 26.4

3) in den tempel des HEEREN

Te weten, [naar sommiger gevoelen] om zich aldaar nevens andere gelovigen in den heiligen godsdienst te oefenen; hetwelk aldus kan verstaan worden, dat hij het niet liet uit verachting, maar uit enige menselijke zwakheid, omdat zijn vader daar melaats geworden was. Sommigen verstaan dat dit hier tot zijn lof gesproken wordt, dat hij niet in den tempel des Heeren ging om te roken, gelijk zijn vader gedaan had. Zie boven, 2 Kron. 26:16.

2Ch 26.16

4) verdierf zich nog.

Te weten, door afgoderij, mits te offeren en te roken op de hoogte, gelijk verklaard wordt 2 Kon. 15:35.

2Ki 15.35
Copyright information for DutKant