2 Chronicles 28:5
9) zijn God, Te weten, naar het verbond der genade, dat God met Abraham en zijn nakomelingen gemaakt had, of, ook naar de geveinsde belijdenis, die Achaz deed, zich gelatende den HEERE zijner vaderen God, mede voor zijnen God te houden, gelijk gemeenlijk de afgodendienaars op beide zijden hinken; 1 Kon. 18:21. 1Ki 18.21 10) konings van Syrie, Genaamd Rezin; 2 Kon. 16:5. 2Ki 16.5 11) Damaskus Hebreeuws, Darmesek. Alzo boven, 2 Kron. 16:2. 2Ch 16.2 12) konings van Isral, Genaamd Pekah, in 2 Kron. 28:6, en 2 Kon. 16:5. 2Ch 28.6 2Ki 16.5 13) sloeg Vergelijk boven, 2 Kron. 13:17. 2Ch 13.17 2 Chronicles 28:8
18) broederen Dat is, van de Joden, die met de Isralieten van n vader Jakob afkomstig waren. Zie boven, 2 Kron. 11:4. Alzo onder, 2 Kron. 28:11,15. 2Ch 11.4 28.11,15
Copyright information for
DutKant