‏ 2 Chronicles 28:9

19) Oded;

Een profeet, te onderscheiden van een anderen van dezen naam, die ten tijde van den koning Asa leefde; boven, 2 Kron. 15:1.

2Ch 15.1

20) [die]

Of, hetwelk; dat is, welke daad.

21) tot aan den hemel raakt.

Een manier van spreken, betekenende zonderlinge vergroting, van hetgeen waarvan gesproken wordt, en medebrengende een dreigement en wraak Gods uit den hemel. Vergelijk Gen. 11:4, en Ezra 9:6.

Ge 11.4 Ezr 9.6

‏ Isaiah 2:3

7) van Zijn wegen,

Te weten de manier hoe wij Hem zullen eren en dienen om zalig te worden. Ditzelfde wordt straks wederom gezegd met andere woorden.

8) want uit Sion

Dit zijn de woorden van den profeet, niet der volken.

9) zal de wet

Aldus wordt hier genoemd de leer van het heilige Evangelie. Zie de vervulling hiervan Hand. 8:1,4, en Hand. 11:20, enz., en Hand. 13:2, enz.; zie ook de aantekening Ps. 1:2.

Ac 8.1,4 11.20 13.2 Ps 1.2

‏ John 4:4-5

5) door Samaria gaan.

Overmits de naaste weg om van Judea naar Galilea te reizen door het land van Samaria lag, Luk. 9:51,52, en Luk. 17:11.

Lu 9.51,52 17.11
6) gaf.

Namelijk bij testament. Zie Gen. 48:22, op welk stuk land ook Jozefs beenderen begraven zijn, Joz. 24:32.

Ge 48.22 Jos 24.32

‏ John 4:20

16) berg aangebeden;

Namelijk den berg Gerizim, alwaar Manasse, de broeder van den hogepriester Jaddus, getrouwd hebbende, tegen de wet der Joden, de dochter van een Samaritaansen overste Sanaballath, [zie Neh. 6:], en daarover verstoten zijnde, heeft zich tot de Samaritanen begeven, en door toedoen zijns schoonvaders een nieuwen tempel op dien berg gebouwd, en ene scheuring aangericht, en is aldaar tot hogepriester gesteld. Waardoor namaals tussen de Joden en Samaritanen grote twist is ontstaan, over de plaats waar men behoorde aan te bidden. Zie 2 Mach. 6:2, Josef. Antiq. lib. 11, cap. 8.

17) aanbidden.

Door aanbidden wordt hier verstaan de gehele openbare en uiterlijke godsdienst.

‏ John 4:29-30

29) alles, wat ik

Namelijk ook heimelijke en verborgen zaken.

30) Zij dan gingen

Namelijk de inwoners van Sichar.

‏ John 4:39

‏ John 4:41-42

40) om Zijns woords wil;

Dat is omdat zij Hem zelf nu gehoord en de kracht Zijns woord gevoeld hadden.

Copyright information for DutKant