2 Corinthians 10:5-6

15) de overleggingen ter

Namelijk die de natuurlijke rede des mensen voortbrengt, om het Evangelie zijn aanzien te benemen.

16) nederwerpen, en alle

Dat is, Christus en Zijn woord onderwerpen. Want de rede des mensen moet geen richter zijn over het Evangelie, maar zich daaronder buigen en gevangen geven; gelijk de volgende woorden ook verklaren.

17) hoogte, die zich

Namelijk van aanzienlijke wijsheid of kloekheid.

18) Christus;

Dat is, des Evangelies van Christus, hetwelk dengenen, die verloren gaan, wel dwaasheid is, maar dengenen, die behouden worden, is het de macht Gods, 1 Cor. 1:18.

1Co 1.18
19) te wreken alle

Dit spreekt de apostel niet van enige uitwendige of wereldse wraak. Want die heeft Christus Zijnen apostelen verboden, Matth. 20:25, en Matth. 26:52; maar van de verkondiging der wraak Gods over de hardnekkigen en van het oefenen des kerkelijken bans tegen degenen, die zich voor leden der gemeente uitgevende, nochtans onchristelijk leren of leven.

Mt 20.25 26.52

20) vervuld zijn.

Dat is, volbracht, of ten volle bewezen zijn. En dit zegt de apostel tot verzachting van het voorgaande dreigement, om hen tot voorkomen van deze straf, door verbetering van zulke ergernissen, te bewegen; overmits daar ook behoorlijke tijd en middel tot bekering aan zulken moet gegeven worden eer de uiterste straf mag worden gebruikt.

Revelation of John 1:16

43) zeven

Deze sterren worden hierna, Openb. 1:20, verklaard te zijn de engelen of opzieners der gemeente, die bij sterren worden vergeleken, omdat zij de gemeente met hun leer en leven moeten voorlichten, gelijk de sterren de reizende lieden te land en te water doen.

Re 1.20

44) in zijn

Deze sterren worden gezegd te zijn in de rechterhand van Christus, omdat Hij die zendt, regeert en beschermt, en door hen krachtig is in de harten der mensen, en nochtans ook machtig om hen te straffen, zo zij hun beroep niet behoorlijk waarnemen; gelijk af te nemen is uit Openb. 2:1,5.

Re 2.1,5

45) tweesnijdend

Namelijk van Zijn woord, zo door Zijn beloften, tot troost der gehoorzamen, als door Zijn dreigementen tot straf der ongehoorzamen, gelijk verklaard wordt Openb. 2:16, en Openb. 19:15. Zo wordt ook Gods Woord genoemd Ef. 6:17; Hebr. 4:12.

Re 2.16 19.15 Eph 6.17 Heb 4.12

46) gelijk de

Hierdoor wordt de heerlijkheid van Christus aangeduid, gelijk ook de gelovigen hiernamaals in het eeuwige leven, Matth. 13:43; die nochtans geen heerlijkheid hebben dan van Christus en door Christus.

Mt 13.43
Copyright information for DutKant