2 Corinthians 2:15-16
30) een goede reuk van Dat is, aangenaam en welgevallig, omdat Gods barmhartigheid wordt geopenbaard in degenen, die zalig worden, en Zijne rechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan. Zie Luk. 2:34. Lu 2.34 31) een reuk des doods ten dode; Dat is, die dodelijk is en hun den dood toebrengt. Niet dat het Evangelie uit zijne natuur iemand den dood toebrengt, want het is een dienst des levens, 2 Cor. 3:6,7, en ene kracht Gods ter zaligheid allen die geloven, Rom. 1:16, maar omdat degenen, die ongelovig zijn, door hun eigen moedwilligheid, zich daartegen stellen, en alzo Gods zwaarder oordeel over zich trekken. Zie Joh. 3:36; 1 Petr. 2:7,8. 2Co 3.6,7 Ro 1.16 Joh 3.36 1Pe 2.7,8 32) bekwaam? Of, genoegzaam, namelijk uit zichzelven, of door zichzelven, gelijk hierna verklaard wordt 2 Cor. 3:5,6. 2Co 3.5,6
Copyright information for
DutKant