2 Corinthians 6:7

15) het woord der waarheid,

Dat is, de predikatie des Evangelies, gelijk Joh. 17:17.

Joh 17.17

16) de kracht Gods,

Namelijk die deze predikatie der apostelen vergezelschapte, niet alleen met tekenen en wonderen, Hebr. 2:3,4, maar ook met macht om de bozen te wederstaan en ten onder te brengen, als met wapenen die machtig waren in God om van alle zijden de uitverkorenen van Christus te gewinnen en de anderen van zich te weren; 2 Cor. 10:4,5,6.

Heb 2.3,4 2Co 10.4,5,6

17) door de wapenen der

Of, door de rechter- en linkerwapenen der gerechtigheid.

2 Timothy 2:15

43) beproefd voor te

Dat is na lange beproeving door arbeid en verdrukkingen getrouw en oprecht bevonden.

44) een arbeider,

Namelijk in het werk des Heeren, in het prediken van Gods woord, in alle naarstigheid en getrouwheid.

45) die niet beschaamd wordt,

Dat is, die van wege enige nalatigheid, onzuiverheid, of ontrouwheid zich niet behoefte te schamen.

46) het Woord der waarheid

Dat is, de zuivere en waarachtige leer des Evangelies. Zie 2 Cor. 6:7; Col. 1:5; Jak. 1:18.

2Co 6.7 Col 1.5 Jas 1.18

47) recht snijdt.

Dat is, ordelijk al de hoofdstukken en leden daarvan voorstelt en toepast, naar het begrip en gelegenheid der toehoorders; ene gelijkenis genomen •f van de priesters des Ouden Testaments, die de beesten tot offerande geslacht, bekwamelijk ontleedden en verdeelden, •f van de huishouders, die den huisgenoten hunne spijs voorsnijden en uitdelen, een iegelijk naar zijne gelegenheid. Zie 1 Cor. 3:2; Hebr. 5:12, enz.

1Co 3.2 Heb 5.12

James 1:18

66) Naar Zijn wil heeft

Grieks willende, of gewild hebbende; dat is, naar zijn welbehagen, hetwelk de oorsprong is van onze wedergeboorte en zaligheid; Filipp. 2:13.

Php 2.13

67) gebaard

Het Griekse woord betekent eigenlijk gelijk als een moeder haar kind ter wereld brengt; gelijk Jak. 1:15.

Jas 1.15

68) door het Woord

Dat is, door de prediking van het Evangelie, als het uiterlijk middel daartoe nodig is. Zie Rom. 10:14,17; 1 Petr. 1:23.

Ro 10.14,17 1Pe 1.23

69) eerstelingen

Grieks een zeker eersteling; dat is, gelijk de eerstelingen der vruchten Gode eerst geheiligd waren, dat zo ook de gelovige Joden Gode geheiligd waren voor andere volken.

70) Zijner schepselen.

Dat is, der andere mensen, zo heidenen als Joden, die in Christus nog zouden geloven.

Copyright information for DutKant