2 Corinthians 8:23
40) Titus, hij is Gr. van Titus, dat is, wil men weten wie Titus is. 41) onze broeders, zij zijn Namelijk die van de gemeenten van Macedoni nevens Titus hiertoe zijn verkoren, waarvan hij gesproken had 2 Cor. 8:18,22. 2Co 8.18,22 42) afgezanten der gemeenten, Gr. Apostelen; gelijk dit woord ook voor allerlei leraars en gezanten somwijlen genomen wordt. Zie Rom. 16:7. Ro 16.7 43) ene eer van Christus. Gr. ene heerlijkheid van Christus; dat is, zulke personen, waardoor de eer van Christus zonderling wordt bevorderd.
Copyright information for
DutKant