2 Kings 12:5

13) verbeteren,

Hebreeuws, versterken. En zo in het volgende.

14) voor breuk

Versta, dat gescheurd, gespleten, gereten, of vervallen was door den ouderdom van het gebouw; of geschonden en verwoest door de goddeloze Athalia. Zie 2 Kron. 24:7.

2Ch 24.7

2 Kings 12:9-11

17) nam een kist,

Met toestemming ja door bevel des konings; 2 Kron. 24:8.

2Ch 24.8

18) deksel,

Hebreeuws, in haar deur.

19) ter rechterhand,

Versta, aan de post, of ter zijde der deur, waar men inging in het voorhof der priesters, alwaar het brandofferaltaar stond, aan het einde van het grote voorhof; want zover mocht gans Isra‰l komen, gelijk de Levieten daar aan den dorpel dezer deur de wacht hielden, Num. 18:4. Zulk een offerkist was ook nog in den tempel ten tijde van Jezus Christus. Zie Mark. 12:41; Luk. 21:1.

Nu 18.4 Mr 12.41 Lu 21.1

20) dorpel

Te weten, der poort van het voorhof der priesters; en dat naar het voorschrift des Heeren; Num. 18:4.

Nu 18.4
21) schrijver

Dat is, griffier, of secretaris. Alzo onder, 2 Kon. 19:2, en 2 Kon. 22:3; idem 2 Sam. 8:17.

2Ki 19.2 22.3 2Sa 8.17

22) zij bonden het

Te weten, in buidels, of zakken.

23) verzorgers

Hebreeuws, doeners van dat werk. Alzo onder, 2 Kon. 22:5. Dat is, die als opzieners over dit werk des tempels gesteld waren.

2Ki 22.5

24) timmerlieden

Hebreeuws, werknemers des houts.

Copyright information for DutKant