‏ 2 Kings 18:17

24) zond de koning

Zijn woord niet houdende als hij het geld ontvangen had.

25) Rabsaris,

Het woord betekent de overste hoveling, of kamerling, gelijk het van enigen overgezet wordt.

26) watergang

Hiermede verstaan velen een waterloop buiten Jeruzalem, in welken uit een vijver, die daarbij was, water af gelaten werd, waarin de vollers hun lakentuig wiesen. Vergelijk Jes. 7:3.

Isa 7.3

27) oppersten vijvers,

Zo toegenaamd tot onderscheiding van den vijver, gezegd de onderste; Jes. 22:9.

Isa 22.9

28) hogen weg

Versta, een hogen en gebaanden weg, die, naar eniger gevoelen, met stenen geplaveid was.

29) het veld des vollers.

Waar de vollers hun wollengoed uitspreidden.

‏ 2 Kings 20:20

33) vijver

Zie van dezen vijver boven, 2 Kon. 18:17; Neh. 3:16.

2Ki 18.17 Ne 3.16

34) gebracht heeft,

Te weten, om het den vijand te benemen. Zie 2 Kron. 32:3,4,30.

2Ch 32.3,4,30

‏ Nehemiah 3:15

30) Schelah

Dit wordt bij sommigen genomen voor Siloam, waarvan Joh. 9:7. Vergelijk boven, Neh. 2:13; hier begint Nehemia te verhalen het verbouwen van hetgeen tot het paleis en den tempel behoorde.

Joh 9.7 Ne 2.13

31) trappen,

Zie onder, Neh. 12:37.

Ne 12.37
Copyright information for DutKant