2 Kings 22:12

24) Achbor,

Anders, Abdon genoemd; 2 Kron. 34:20.

2Ch 34.20

25) den knecht des konings,

Dat is, die hem voor alle anderen, in voorname of bijzondere zaken ten dienste stond en als bij de hand was. Alzo Matth. 8:9.

Mt 8.9

2 Kings 22:14

27) Tikva,

Anders, Thokath de zoon van Hasra; 2 Kron. 34:22.

2Ch 34.22

28) klederbewaarder

Versta, der heilige klederen, die in den dienst des Heeren gebruikt werden.

29) in het tweede deel,

Te weten, der stad. Zie boven, 2 Kon. 20:4. Sommigen verstaan deze plaats van een college of huis der lering, in hetwelk de profeten en hun discipelen vergaderden om van Gods woord te spreken.

2Ki 20.4

2 Kings 25:22

34) Gedalia,

Een vroom en oprecht man, den profeet Jeremia zeer toegedaan, en zijn raad in alles volgende. Zie van denzelven ook Jer. 40:5, en is te onderscheiden van een anderen Gedalia, die de grootvader was van den profeet Zefanja, Zef. 1:1.

Jer 40.5 Zep 1.1

35) Ahikam,

Mede een vriend en voorstander van den profeet Jeremia. Zie Jer. 26:24.

Jer 26.24

36) Safan.

Die schrijver was des konings Josia, 2 Kon. 22:3.

2Ki 22.3

Jeremiah 39:14

28) voorhof der bewaring,

Zie boven Jer. 38:28, maar naderhand werd hij gehaald uit het midden der gevangenen, die op den weg waren om naar Babel gevoerd te worden.

Jer 38.28

29) Gedalia,

Zie 2 Kon. 25:22.

2Ki 25.22

30) bleef hij in het midden des volks.

Of, woonde, verkerende onder het volk, en wonende in zijn eigen huis, want hij is daarna eerst tot Gedalia te Mizpa gekomen; zie onder Jer. 40:4,5,6, alwaar verhaald wordt dat Jeremia, omdat hij zich tot Gedalia nog niet had begeven, met andere gevangenen al een stuk weegs was weggevoerd.

Jer 40.4,5,6
Copyright information for DutKant