2 Kings 23:5

15) Chemarim af,

Een soort der afgodische priesters van Ba„l; van welken zie ook Hos. 10:5, en Zef. 1:4. De naam chemarim komt van een woord, betekenende warm zijn, branden; idem, zwart worden; ook tezamen getrokken, gerimpeld en ingerold, hetwelk door den brand veroorzaakt wordt; vanwaar ook is bij de Chalde‰n de betekenis van insluiten. Hieruit is het gevoelen der geleerden van deze benaming verscheiden. Velen menen dat deze Ba„ls-papen zo geheten werden, omdat hun orde was zwarte kleding te dragen; enigen omdat zij zwart en berookt uitzagen, vermits zij altijd met roken en offeren bezig waren; anderen, omdat zij zich in hun afgodendienst gelieten zeer vurig en brandend van ijver te wezen. Sommigen omdat zij zich uit een schijn der heiligheid opsloten, om zich van de wereld af te zonderen en alleen te leven, enz.

Ho 10.5 Zep 1.4

Job 9:9

13) Wagen

Een gesternte des hemels, hedendaags ook alzo genaamd, en anders geheten Arctos, of Ursa; sommigen verstaan het gesternte genoemd Arcturus. Zie hiervan ook onder, Job 38:32.

Job 38.32

14) Orion,

Een gesternte, zich vertonende in December tot de lente toe. Zie ook hiervan onder, Job 38;31, en Amos 5:8.

Am 5.8

15) Zevengesternte,

Ook een gesternte, of teken des hemels, genaamd van de Latijnen Virgiliae, van de Grieken Pleiades, van de onzen het Zevengesternte, met de lente voortkomende; waarvan zie mede onder, Job 38:31.

Job 38.31

16) binnenkameren

Of, vertrekken, of heimelijkheden. Versta hiermede de sterren, welke zijn omtrent den zuidpool, en omdat zij ten meeste van ons, die omtrent den noordpool wonen, niet gezien worden, de heimelijkheden, binnenkamers, of vertrekplaatsen genaamd worden.

Job 37:9

24) binnenkamer

Vergelijk boven, Job 9:9, en de aantekening. Sommigen verstaan de dikke wolken of andere verborgen schatkamers, waar de winden uit voortkomen.

Job 9.9

25) verstrooiende

Die uit het noorden komen.

Copyright information for DutKant