2 Kings 24:12

21) ging Jojachin,

Men meent dat hij dit gedaan heeft door den raad van den profeet Jeremia, opdat de tempel en het volk niet gans uitgeroeid zouden worden.

22) nam hem [gevangen]

Te weten, om hem gevangen te houden. Zie onder, 2 Kon. 25:27.

2Ki 25.27

23) zijner regering.

Namelijk, van den koning Nebukadnezar, en niet van Jojachin. Want Jojachin regeerde in volle macht maar drie maanden en tien dagen. Zie boven, 2 Kon. 24:8. Vergelijk ook onder, 2 Kon. 25:8.

2Ki 24.8 25.8

2 Chronicles 36:10

14) des jaars

Niet zijner regering, want hij heeft geen jaar geregeerd, dan alleen drie wintermaanden, en tien dagen; maar van het lopende jaar, hetwelk nu om was, als de lente begon met de gelijkheid der dagen en nachten. Vergelijk 2 Sam. 11:1, en de aantekening.

2Sa 11.1

15) de kostelijke

Hebreeuws, vaten der begeerlijkheid. Want de kostelijke dingen worden zeer begeerd; alzo onder, 2 Kron. 36:19, en boven, 2 Kron. 32:27.

2Ch 36.19 32.27

16) broeder

Dat is, zijn bloedverwant, te weten, zijn oom, zijns vaders broeder, zoon van Josia; 2 Kon. 24:17; 1 Kron. 3:15; Jer. 1:3. Vergelijk Gen. 13:8, en de aantekening.

2Ki 24.17 1Ch 3.15 Jer 1.3 Ge 13.8

17) Zedekia

Hebreeuws, Tsidkia, ook genaamd Mathanja; 2 Kon. 24:17.

2Ki 24.17

Ezekiel 17:3

4) Een arend,

Versta Nebukadnezar, den koning van Babel, zie onder Ezech. 17:12.

Eze 17.12

5) groot van vleugelen,

Dat is, hebbende grote macht, een wijd uitgestrekt koninkrijk en overvloed van allen rijkdom.

6) verscheidene veren had,

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk wat met de naald van verscheidene kleuren gemaakt wordt, als geborduurd of gestikt werk, boven Ezech. 16:10,13, enz.; maar hier wordt het bij gelijkenis gebruikt van schone gespikkelde en dooreen gekleurde vederen, alsof zij geborduurd waren.

Eze 16.10,13

7) Libanon,

Versta het land van Palestina, hetwelk noordwaarts met het gebergte van Libanon begrensd was. Zie 1 Kon. 4:33.

1Ki 4.33

8) oppersten tak

Door dezen is betekend de koning Jojachin, ander ook Jechonias genaamd, 1 Kron. 3:16; die van Nebukadnezar gevankelijk naar Babyloni‰ weggevoerd was; 2 Kon. 24:12; 2 Kron. 36:10.

1Ch 3.16 2Ki 24.12 2Ch 36.10

9) ceder.

Die ene figuur was van het koninkrijk der Joden. Vergelijk Num. 24:6; Amos 2:9.

Nu 24.6 Am 2.9
Copyright information for DutKant