2 Kings 24:17
35) deszelfs oom, Zijns vaders broeder. 36) veranderde Hebreeuws, wendde, of keerde om. Alzo boven, 2 Kon. 23:34, en 2 Kron. 36:4. 2Ki 23.34 2Ch 36.4 37) Zedekia. Hebreeuws, Tsidkiahu.1 Chronicles 3:15-17
17) Johanan, Hij wordt Joahaz genoemd, 2 Kon. 23:30; ook Salium, Jer. 22:11. 2Ki 23.30 Jer 22.11 18) Jojakim, Hij wordt ook Eljakim genoemd, 2 Kon. 23:34. 2Ki 23.34 19) Zedekia, Hebreeuws, Tsidkijahu. Hij wordt Mathania genoemd, 2 Kon. 24:17. 2Ki 24.17 20) Jechonia Hij wordt ook Jojachin genoemd, 2 Kon. 24:6, en door kleinachting Chonia; Jer. 22:24,28. 2Ki 24.6 Jer 22.24,28 21) Zedekia Deze zou, naar sommiger gevoelen, dezelfde Zedekia zijn, die in 1 Kron. 3:15 genoemd is de zoon van Josia en oom van Jechonia, 2 Kon. 24:17; maar hier genoemd een zoon van Jechonia, omdat hij hem in het koninkrijk gevolgd is, gelijk de kinderen hun vader in de erfgoederen volgen. Alzo zou ook Sealthil een zoon van Jechonia genoemd worden, omdat hij hem in de vorstelijke regering als naaste erfgenaam, gevolgd is. En Jechonia zou te Babel zonder kinderen gestorven zijn, uit Jer. 22:30; en Sealthil eigenlijk een zoon geweest zijn van Neri, van de nakomelingen van Nathan, den zoon van David, den broeder van Salomo, Luk. 3:27,31. Anderen zeggen dat deze Zedekia 1 Kron. 3:16 een ander is dan 1 Kron. 3:15 staat. Ten eerste, omdat in geen geslachtsregister aan een zoon twee vaders uitdrukkelijk worden toegeschreven; ten tweede, omdat de oom niet kan wezen de zoon van zijn neef, en dat [naar hun gevoelen] nog geen exempel in enig geslachtsregister is bevonden, waar het woord zoon [hoewel het anders verscheidenlijk gebruikt wordt] een navolger in de regering zou betekenen. Want Sealthil, 1 Kron. 3:17, de zoon van Jechonia eigenlijk genoemd wordt, omdat hij van hem gegenereerd is, Matth. 1:12, en verscheiden is van een anderen Sealthil, Luk. 3, die gegenereerd is van Neri, Luk. 3:27, zodat dezelfde namen geen zeker teken zijn van dezelfde personen, gelijk te zien is Luk. 3:24, vergelijk met Luk. 3:29, en 1 Kron. 6:7,9, vergelijk met 1 Kron. 3:11,12. Gelijk ook Jer. 22: aan Jechonia zaad wordt toegeschreven, Jer. 22:28,30, waartegen het Hebreeuwse woord Ariri [aldaar gebruikt] niet strijdt, hetwelk betekent ontbloot, somwijlen ten aanzien van kinderen, somwijlen ten aanzien van land en goed, dat is, uitgeworpen, hetwelk met Jer. 22:28 overeenkomt. Van deze beide gevoelens zal de verstandige lezer mogen oordelen. 1Ch 3.15 2Ki 24.17 Jer 22.30 Lu 3.27,31 1Ch 3.16,15,17 Mt 1.12 Lu 3.27,24,29 1Ch 6.7,9 3.11,12 Jer 22.28,30,28 22) Assir; Anders, des gevangenen; hij is gevankelijk naar Babylon gevoerd; 2 Kon. 24:15. 2Ki 24.15Jeremiah 22:30
68) Zo zegt de HEERE: Dit is Gods antwoord op de voorgaande vraag des volks. 69) Schrijft Tekent het op ter gedachtenis, als een gewis en onwederroepelijk besluit van God. 70) man Chonia. 71) kinderloos, Hebreeuws, geheel ontbloot, of de allerontblootste; te weten van nakomelingen of opvolgers, gelijk sommigen; of gelijk anderen, van land en goed; inplaats dat zij zich inbeelden dat zijn zaad voor altoos zou regeren. Zie hiervan 1 Kron. 3:16. 1Ch 3.16 72) zittende op den troon Davids, Sommigen gevoelen dat na de Babylonische gevangenschap niet Salomo's, maar Nathans [Salomo's broeders] nakomelingen het bestuur gehad hebben. Anderen verstaan dat Salathil zijn eigen rechte zoon door geboorte geweest is, doch Zerubbabel, die hem gevolgd is naar de gevangenschap, is niet meer dan een vorst, bestuurder geweest, gelijk te zien is Hagg. 1:1 en in het boek Ezra, en geenszins koning, zittende op den troon van David. Hag 1.1Matthew 1:12
11) Salathil Velen menen dat dezen Salathil niet is geweest een natuurlijke zoon van Jechonias, alzo bij Luk. 3:27 gezegd wordt te zijn een zoon van Neri, en het Jer. 22:30 schijnt dat Jechonias geen kinderen nagelaten heeft; maar dat hij zijn zoon genaamd zou worden omdat hij, als zijn naaste bloedverwant, hem in de regering van het Isralietische volk opgevolgd is; gelijk 1 Kron. 3:16 Zedekias genaamd wordt een zoon van Jechonias, omdat hij hem ook in het rijk opgevolgd is, die nochtans 2 Kron. 24:17 zijn oom genaamd wordt; te meer omdat Luk. 3:27 gezegd wordt dat Salathil afkomstig is geweest van het geslacht Nathan, bij hetwelk na de Babylonische gevangenis de regering des Joodsen volks is geweest, gelijk schijnt afgeleid te kunnen worden uit Zach. 12:12. Doch anderen menen dat deze Salathil is geweest een natuurlijke zoon van Jechonias, en dat Salathil, van wien Luk. 3:27, spreekt een andere Salathil is geweest dan deze, alzo deze aldaar genaamd wordt een zoon van Neri. Zie de aantekening bij Ezra 3:2. Lu 3.27 Jer 22.30 1Ch 3.16 2Ch 24.17 Lu 3.27 Zec 12.12 Lu 3.27 Ezr 3.2Luke 3:27
27) Zorobabel, Sommigen menen dat deze Zorobabel en Salathil dezelfden zijn, die Matth. 1:12 verhaalt, houdende dat het geslacht van Salomo in Jechonia zou uitgestorven zijn, uit Jer. 22:30. Doch anderen menen dat deze plaats uit Jeremia alzo kan verstaan worden, dat hij gezegd wordt zonder kinderen te zijn, die als koningen op zijn troon zouden zitten, overmits de koninklijke waardigheid in Jechonia is geindigd; en menen dat uit 1 Kron. 3:17 blijkt, dat Jechonia eigen kinderen gehad heeft; en dat derhalve waarschijnlijk is, dat deze Zorobabel en Salathil uit de linie van Nathan andere personen zijn geweest dan die van wie Matthes spreekt: gelijk in verscheidene geslachten, die van n stam afkomstig zijn, dikmaals gebeurt, dat enerlei namen den nakomelingen gegeven worden, waarvan hier in Luk. 3:24,29, een voorbeeld is, alwaar de namen van Mattha of Mattath en Levi tweemalen aan elkander in verscheiden personen gevonden worden. Mt 1.12 Jer 22.30 1Ch 3.17 Lu 3.24,29Luke 3:31
28) Nathan, den [zoon] van David, Matthes verhaalt het geslachtsregister van David door Salomo op Jozef den man van Maria, maar Lukas verhaalt hier het geslachtsregister van David door Nathan, die een broeder van Salomo en een andere zoon van David was, mede uit Bathseba, 2 Sam. 5:14; 1 Kron. 3:5, en 1 Kron. 14:4 tot op Heli, den vader van Maria, wiens zoon Jozef genaamd wordt, Luk. 3:23, omdat hij zijne dochter getrouwd had. Zo is het dan niet vreemd dat alhier andere namen van David tot op Jozef worden gevonden dan bij Matthes, omdat zij verscheidene linin beschrijven; alsook dat Matthes minder personen verhaalt dan Lukas, overmits hij verscheidenen uitlaat, om zich binnen het getal van veertien te besluiten. Zie de aantekeningen Matth. 1:17. 2Sa 5.14 1Ch 3.5 14.4 Lu 3.23 Mt 1.17
Copyright information for
DutKant