2 Kings 25:18
25) Seraja, Deze is geweest de zoon van Azaria, die de zoon was van Hilkia, 2 Kron. 6:13,14, die het wetboek in den tempel vond, boven, 2 Kon. 22:8. Seraja's zoon was Ezra, wiens boek wij onder de boeken des Ouden Testaments hebben, Ezra 7:1. 2Ch 6.13,14 2Ki 22.8 Ezr 7.1 26) hoofdpriester, Hebreeuws, den priester het hoofd, of die het hoofd was; dat is, de eerste, of de voornaamste en opperste, te weten, der priesters. Alzo 2 Kron. 26:20, en 2 Kron. 31:10; Ezra 7:5. 2Ch 26.20 31.10 Ezr 7.5 27) Zefanja, De zoon van Maseja, Jer. 21:1, een ander dan Zefanja den profeet, die was de zoon van Chusi, Zef. 1:1. Jer 21.1 Zep 1.1 28) tweeden priester, Zie Num. 3:32, en 1 Kon. 4:4. Nu 3.32 1Ki 4.4Jeremiah 20:1
1) Pashur, Hebreeuws, Paschchur. 2) zoon Dat is, nakomeling. 3) Immer, Op wiens geslacht het zestiende lot in de afdeling der priesters gevallen was. Zie 1 Kron. 24:14. 1Ch 24.14 4) bestelde Of, een bestelde [of overste] een voorganger, dat is, [gelijk sommigen verklaren] de tweede na den hoogpriester, gelijk Eleazar was bij zijns vaders Arons leven, Num. 4:16, gesteld tot opzicht en regering in Gods huis. Nu 4.16
Copyright information for
DutKant