2 Kings 25:6-7
10) Ribla; Zie boven, 2 Kon. 23:33. in deze stad heeft Nebukadnezar zijn hof willen houden, totdat hij Jeruzalem veroverd zou hebben, voornamelijk dewijl de belegering lang duurde. 2Ki 23.33 11) oordeel tegen hem. Want zij beschuldigden hem van ontrouw en valsheid, omdat hij zijn belofte en eed gebroken had; en van ondankbaarheid tegen den koning Nebukadnezar, die hem koning gemaakt had, boven, 2 Kon. 24:17,20. Anders, zij spraken een oordeel met hem; te weten, met den koning van Babel over den koning van Juda. 2Ki 24.17,20 12) men verblindde Zie Jer. 39:7. Jer 39.7 Jeremiah 32:5
6) zijn, totdat Ik hem Dat is, blijven, gelijk boven Jer. 27:22. Jer 27.22 7) bezoek, Dat is, de genade, bewijze dat hij door het zwaard niet omkome, maar in vrede sterve en eerlijk begraven worde; zie onder Jer. 34:4,5, en Gen. 21:1. Jer 34.4,5 Ge 21.1 Jeremiah 34:3
2) zekerlijk gegrepen, Hebreeuws, grijpende gegrepen worden. 3) ogen zullen de ogen des konings van Babel zien, Vergelijk boven Jer. 32:4, en onder Jer. 52:9,10,11. Jer 32.4 52.9,10,11 Jeremiah 34:5
5) naar de brandingen Of, met de brandingen; dat is, gelijk men uwe voorzaten bij hunne begrafenis vereerd heeft met vuren of het branden van allerlei kostelijke specerijen, alzo zal u ook geschieden. Zie hiervan 2 Kron. 16:14, met de aantekening. 2Ch 16.14 6) Och heer! Vergelijk boven Jer. 22:18,19. Jer 22.18,19 Jeremiah 52:11
5) verblindde de ogen van Zedekia, Dat is, liet hem de ogen uitsteken, of alzo verderven dat hij niet kon zien. 6) gevangenhuis, Hebreeuws, huis der bezoeking, of straffen, opzichten, bewaringen, enz. Waar hij hem liet blijven tot op den dag van zijn dood toe.
Copyright information for
DutKant