2 Kings 25:9

15) huizen der groten

Anders, grote huizen. Versta, de huizen der rijken en machtigen, die van grote middelen of staat geweest waren. Dezen moesten voornamelijk lijden. Waaruit het schijnt dat enige kleine huizen van schamele en slechte lieden zijn verschoond geweest. Groten worden voor rijken genomen, Gen. 24:35, en Gen. 26:13; 1 Sam. 25:2; idem voor lieden van staat, 2 Kon. 10:6; Jona 3:7, van beiden kan het woord hier genomen worden, als ook Lev. 19:15.

Ge 24.35 26.13 1Sa 25.2 2Ki 10.6 Jon 3.7 Le 19.15

Jeremiah 52:12

7) tienden der maand

2 Kon. 25:8 staat dat hij op den zevenden der maand te Jeruzalem gekomen is. De vergelijking dezer verscheidenheid is, dat hij op den zevenden in de stad is aangekomen, maar op den tienden begonnen heeft zijn last te verrichten; waarvan in het volgende.

2Ki 25.8

8) voor het aangezicht des konings van Babel stond,

Die den koning diende, oppaste, steeds omtrent hem was. Zie Deut. 1:38; 1 Kon. 1:2. Hiervoor staat 2 Kon. 25:8, de knecht, of dienaar van den koning van Babel; het ene verklaart het andere.

De 1.38 1Ki 1.2 2Ki 25.8
Copyright information for DutKant