‏ 2 Kings 4:29

44) Gord uw lenden,

Te weten, om de reis, die hem hier belast wordt, te vaardiger af te doen, waartoe de langheid der klederen, die de mannen droegen, hinderlijk was. Vergelijk 1 Kon. 18:46; 2 Kon. 9:1; Jer. 1:17.

1Ki 18.46 2Ki 9.1 Jer 1.17

45) groet hem niet;

Hebreeuws, zegen hem niet. Zie Gen. 31:55. Het is een manier van spreken, te kennen gevende dat hij zijn reis moest bespoedigen en in dezelve geen voorvallende verachtering aannemen, maar van zich afweren. Vergelijk Luk. 10:4.

Ge 31.55 Lu 10.4

46) leg mijn staf

Tot een teken van het wonderwerk, dat God doen zal. Alzo heeft God gewrocht door den staf van Mozes, Exod. 14:16; door de mantel van Elisa, 2kon. 2:8; door de zweetdoeken en gordel van Paulus, Hand. 19:12. Hetwelk kwam alleen van de kracht Gods, waarvan deze dingen maar middelen en tekenen waren, als het God beliefde daardoor te werken.

Ex 14.16 2Ki 2.8 Ac 19.12
Copyright information for DutKant