2 Kings 5:1
1) groot man Dat is, van groot vermogen, uit oorzaak van zijn goede deugden en grote daden. Vergelijk Exod. 11:3. Ex 11.3 2) heren, Namelijk, van den koning van Syri. Alzo onder, 2 Kon. 5:4,18. 2Ki 5.4,18 3) en van hoog aanzien; Hebreeuws, verheven van aangezicht; dat is, zeer groot geacht en gezien bij allen. Anders, aangenaam; naar een manier van spreken, van welke zie Gen. 32:30. Ge 32.30 4) verlossing Te weten, in krijgsnoden en algemene gevaren des lands, door zijn wijzen raad en mannelijke daden. 2 Kings 5:4
9) hij Namelijk, Naman de Syrir, als men hem de woorden der Isralietische dochter aangezegd had. 10) in Te weten, tot den koning, zijn heer.
Copyright information for
DutKant