2 Kings 6:18
20) zij nu
Namelijk, de Syrirs.
21) verblindheden.
Versta zodanige blindheid niet, waardoor zij gans niet zagen,
maar waardoor zij niet recht konden onderscheiden, noch kennen
hetgeen zij zagen. Vergelijk Gen. 19:11, en zie de aantekening.
Ge 19.11