2 Kings 6:23
26) Zo kwamen de benden der Syriers niet De zin is, dat de Syrirs in dien tijd niet meer met benden van rovende en plunderende krijgslieden in het land Israls uitvielen, maar wel openbaren oorlog daartegen voerden; gelijk blijkt uit 2 Kon. 6:24. 2Ki 6.24 Job 41:6
15) Zeer Hebreeuws, een verheffing, of uitnemendheid, of hovaardij, zijn de sterkten der schilden. 16) schilden, Versta, de schubben dezer beesten, die in zich hebben het fatsoen en gebruik der schilden. Dit schijnt niet te passen op onze walvis, die een dikke en platte huid heeft zonder schubben. 17) gesloten De zin is, dat zijn schubben zeer dicht aan elkander gehecht en samengevoegd zijn. Zie boven, Job 40:20, over het woord leviathan. Job 41.1 Psalms 57:6
16) Verhef Verg. Ps. 57:4, omdat God zich stilhield, maakten Davids vijanden zich wijs dat God op hem niet achtte en hun goddeloos doen voor goed kende, waarmede zij God onteerden. Hierom bidt hij dat God van den hemel op de aarde het tegendeel openlijk tone, tot eer zijner gerechtigheid en waarheid. Verg. Ps. 58:11,12. Ps 57.3 58.10,11 Proverbs 16:27
74) Belialsman Zie Deut. 13:13. De 13.13 75) graaft kwaad; Dat is, bedenkt en legt er zich op toe dat hij zijnen naaste iets kwaads berokkent; gelijk men met moeite graaft naar enig ding, dat men uit de aarde hebben wil. 76) brandend vuur. Te weten, van de lastering, waardoor hij met een hittigen lust den naam van zijn naaste brandmerkt, om hem ten enenmale te vernielen. Jeremiah 18:20
43) Zal dan kwaad Is dat betamelijk? Heb ik dat met mijne getrouwheid aan hen verdiend? wil de profeet zeggen. 44) mijn ziel Dat is, een aanslag gemaakt om mij het leven te benemen. 45) goed voor hen Of, het goede, ten beste, dat is, om voor hen te bidden; zulks dat Gij mij hebt moeten bevelen dat ik gene voorbeden meer zou doen; zie boven Jer. 7:16, en Jer. 11:14, en Jer. 14:14. Jer 7.16 11.14 14.14
Copyright information for
DutKant