‏ 2 Kings 9:27

50) weg van het huis des hofs;

Dat is, die met bomen beplant was, zodat men in het vluchten daar beter dan elders verborgen kon zijn, om zekerlijk weg te komen.

51) Slaat hem ook

Dat is, brengt hem om, want hij was ook van het geslacht van Achab, te weten, van de zijde zijner moeder, die Achabs dochter was. Zie boven, 2 Kon. 8:18.

2Ki 8.18

52) Gur,

Dit schijnt een plaats geweest te zijn op den weg naar Samaria, door welke Ahazia vluchtte, als Jehu bezig was met Joram om te brengen. Jehu nu ziende dat Ahazia hem ontgaan was, heeft zijn krijgslieden hem nagezonden. Deze, naar sommiger mening, zijn hem in deze plaats zo nabij gekomen, dat zij hem aldaar gekwetst hebben, doch niet dodelijk, zulks dat hij te Samaria ontkomen is, waar hij zich verstoken heeft, 2 Kron. 22:9, totdat hij daar ook vervolgd zijnde om tot Jehu gebracht te worden, dodelijk gewond is geworden, doch ontkomen te Megiddo, waar hij gestorven is.

2Ch 22.9

53) Jibleam is;

Zie Joz. 17:11.

Jos 17.11

54) Megiddo,

Zie 1 Kon. 9:15.

1Ki 9.15

‏ 2 Kings 10:14

‏ 2 Kings 14:11

21) toog Joas,

Overmits hij den inval van Amazia niet wilde verwachten in zijn eigen land, maar liever hem bejegenen in het zijne.

22) elkanders

Dat is, streden tegen elkander. Zie boven, 2 Kon. 14:8.

2Ki 14.8

23) Beth-semes,

Een stad, gelegen aan de landpale van den stam van Juda, Joz. 15:10, den Levieten toege‰igend, Joz. 21:16, ingenomen van de Filistijnen onder Achaz, 2 Kron. 28:18, en te onderscheiden van een ander Beth-Semes, gelegen in den stam van Nafthali, Richt. 1:33.

Jos 15.10 21.16 2Ch 28.18 Jud 1.33

‏ 2 Kings 23:29

67) zijn dagen

Te weten, gelijk Josia het vermaken van het huis des Heeren voleind had. Zie 2 Kron. 35:20.

2Ch 35.20

68) Necho,

Zie van denzelfden ook onder, 2 Kon. 23:33; Jer. 46:2.

2Ki 23.33 Jer 46.2

69) naar de rivier Frath;

Naar de stad Karchemis, gelegen aan den Eufraat, die de koning van Assyri‰ den Syri‰rs afgenomen had; waarover hij den roem draagt, Jes. 10:9.

Isa 10.9

70) toog hem tegemoet,

Te weten om hem af te keren en te verhinderen, dat hij met zijn leger door zijn land niet zou trekken, vrezende schade voor zijn eigen koninkrijk, of willende daarmede den koning van Assyri‰ vriendschap doen.

71) doodde hem

Dat is, de schutters des konings Necho wondden hem dodelijk; zodat hij, naar Jeruzalem gevoerd zijnde, stierf op den weg, of binnen Jeruzalem, hebbende bij Megiddo de doodwond gekregen; 2 Kron. 35:23,24.

2Ch 35.23,24

72) Megiddo,

Een stad, in den stam van Manasse gelegen. Zie 1 Kon. 9:15.

1Ki 9.15

73) hem gezien had.

Dat is, als Josia gekomen was om hem onder de ogen te zien en tegen hem streed. Zie boven, 2 Kon. 14:8, en de aantekening.

2Ki 14.8

‏ 2 Chronicles 25:13

23) mannen der benden,

Hebreeuws, de zonen der bende; dat is, de honderdduizend Isra‰lieten, die Amazia aangenomen had, om die in den krijg tegen de Edomieten te gebruiken, boven, 2 Kron. 25:6.

2Ch 25.6

24) steden

Welke waren de grenssteden des koninkrijks van Juda, langs in de breedte daarvan palende aan het koninkrijk Isra‰ls.

25) Juda,

Dat is, behorende tot het koninkrijk van Juda.

26) Beth-horon toe,

Zie van twee‰rlei Beth-Horon, het lage, en het opper, 1 Kon. 9:17; hier schijnt van het lage gesproken te zijn; hetwelk in den stam van Benjamin gelegen was.

1Ki 9.17

‏ 2 Chronicles 25:17

32) zond tot Joas,

Te weten, boden, of gezanten; 2 Kon. 14:8.

2Ki 14.8

33) elkanders

Dat is, tegen elkander uittrekken te velde, om tezamen te vechten en elkander met gewapende hand te bejegenen, en zo onder de ogen te zien. Zie 2 Kon. 14:8.

2Ki 14.8

‏ 2 Chronicles 25:21

37) zagen elkanders

Zie boven, 2 Kron. 25:17.

2Ch 25.17

38) Juda is.

En is daarom te onderscheiden van een ander van dezen naam, gelegen in Nafthali; Joz. 19:38; Richt. 1:33.

Jos 19.38 Jud 1.33
Copyright information for DutKant