2 Peter 3:10
34) de dag des Heeren Dat is, de jongste of laatste dag, als de Heere komen zal ten oordeel. 35) als een dief Dat is, onvoorziens. Zie de aantekeningen 1 Thess. 5:2. 1Th 5.2 36) in welken de hemelen Namelijk dag des Heeren. 37) met een gedruis Namelijk gelijk in een groot onweder of grote storting van water gehoord wordt. 38) zullen voorbij gaan, Hoe dit voorbijgaan of vergaan van hemel en aarde geschieden zal, zijn er verschillende meningen, zo van oude als van nieuwe leraars. Sommigen menen, dat de substantie of het wezen zelf der wereld ten enenmale zal vergaan en vernietigd worden; anderen, dat alleen de hoedanigheden derzelve zullen vergaan en veranderd worden, en de substantie of wezen blijven. Welke mening wel de algemene en waarschijnlijkste is. Zie Ps. 102:26,27; Rom. 8:19. Ps 102.25,26 Ro 8.19 39) de elementen branden Namelijk waaruit alle lichamelijke schepselen bestaan, dat is, het vuur, de lucht, het water en de aarde. 40) vergaan, en de aarde Grieks los gemaakt of ontbonden worden. 41) de werken, die daarin zijn, Namelijk die de aarde uit zich voortbrengt of die de mensen op de aarde gemaakt en gebouwd hebben. 42) verbranden. Namelijk door het vuur, waarvan gesproken is 2 Petr. 3:17. 2Pe 3.17 Revelation of John 6:14
Revelation of John 16:20
36) alle eiland Dat is, de plaatsen, die gehouden werden allervast te zijn om daar te vluchten, zijn hun ontweken of zijn vergaan, gelijk Openb. 6:14. Re 6.14
Copyright information for
DutKant