2 Samuel 15:15

24) ziet, [hier] zijn uw knechten.

Dat is, wij zijn bereid en willig om u te volgen, en te doen wat u belieft, wat gij gebiedt. Vergelijk onder, 2 Sam. 19:38, en Ps. 25:12. Zie ook Gen. 22:1.

2Sa 19.38 Ps 25.12 Ge 22.1

Isaiah 42:1

1) Mijn Knecht,

Dit spreekt God de Vader van zijnen Zoon Christus, dien Hij zijnen knecht noemt, te dien aanzien, dat Christus, als onze Middelaar, de gedaante eens knechts heeft aangenomen. Vergelijk Jes. 53:11; Matth. 12:18; Filipp. 2:6,7,8.

Isa 53.11 Mt 12.18 Php 2.6,7,8

2) Dien Ik ondersteun,

Dat is, dien Ik versterk, dat Hij niet bezwijke onder den onverdragelijken last mijns toorns, die Hij een tijdlang gevoelen moet om uwe zonden [voor welke Hij zichzelven heeft overgegeven] uit te delgen en te verzoenen.

3) Mijn Geest

Te weten de gaven des Heiligen Geestes, die Hij van node heeft om het Middelaarsambt te verrichten; zie Jes. 11:2; Matth. 3:16.

Isa 11.2 Mt 3.16

4) Hij zal het recht

Dat is, Hij zal de rechte leer van de zaligheid der mensen, door de predikatie van het heilige Evangelie, den heidenen voordragen en hen alzo tot zijne gehoorzaamheid en tot hunne zaligheid brengen.

5) den heidenen

Of, den volken, zo den Joden als den heidenen. Zie Rom. 1:16.

Ro 1.16

6) voortbrengen.

Te weten uit den schoot des Vaders; Joh. 1:18. Dit zal Hij doen ten dele in eigen persoon, ten dele door zijne apostelen en andere leraars van het heilige Evangelie.

Joh 1.18

Matthew 12:18

13) knecht,

Christus wordt een knecht des Vaders genaamd, omdat Hij de gedaante van een dienstknecht aangenomen heeft, Fil. 2:7, en de raad des Vaders van onze verlossing door Hem uitgevoerd is, Jes. 53:10,11. Zie ook de aantekening bij Jes. 42:1.

Php 2.7 Isa 53.10,11 42.1

14) oordeel den heidenen verkondigen.

Dat is, zaligmakende leer, of ware godsdienst, en wat daartoe behoort.

Copyright information for DutKant