2 Samuel 17:3

2) de man,

Hij wil zeggen: Het is u toch om David te doen; het volk zoudt gij gaarne tot u trekken. Als ik nu David zal hebben omgebracht, daarmede zal het gedaan zijn, zo zal ik het volk lichtelijk tot u wenden, ja zijn dood is inderdaadde wederkering van al het volk, dat tevreden zal zijn en u voor koning aannemen, als maar David vankant is. Anders, als zij allen wederkeren [hij is [toch] de man, dien gij zoekt] [zo] zal al het volk tevreden zijn.

3) vrede zijn.

Hebreeuws, zal vrede zijn. Vergelijk 1 Sam. 25:6; onder 2 Sam. 20:8; Job 21:9, enz.

1Sa 25.6 2Sa 20.8 Job 21.9

Psalms 109:4

7) Voor mijn liefde,

Te weten, voor de liefde, waarmede ik hen bemind heb.

8) maar ik was [steeds]

Hebr. mmar ik het gebed. Anders: maar ik [was een man] des gebeds; dat is, ik heb mij tot het gebed begeven. Alzo staat er in Ps. 120, ik vrede, en Obad. 7, uw brood, voor mannen die uw brood eten. Het is zoveel, alsof de profeet hier zeide: Het gebed tot God is mijn enige tegenweer en toevlucht geweest, ik heb geen ongeoorloofde middelen bij de hand genomen. Zie Ps. 69:14. Of, ik heb niet opgehouden voor hen te bidden, die mij zoveel gedaan hebben. Zie Ps. 35:13.

Ps 69.13 35.13
Copyright information for DutKant