2 Samuel 21:17
36) mannen van David, De officieren en krijgslieden van David zwoeren David. 37) lamp van Isral Of, kaars, lantaarn; dat is, opdat gij, die Isral met raad en daad voorlicht, niet omkomt. Zie wijders van deze schone gelijkenis 1 Kon. 11:36. 1Ki 11.36 1 Kings 15:4
6) om Davids wil, Zie boven, 1 Kon. 11:12. 1Ki 11.12 7) lamp Zie boven, 1 Kon. 11:36. 1Ki 11.36 8) bevestigende Te weten, in zijn voorgaanden staat der politie en der religie, behoudende nog daarin de koninklijke majesteit, met de overblijfselen van de rechte leer en den zuiveren godsdienst. 2 Chronicles 21:7
12) huis Davids Dat is, het geslacht en de nakomelingen van David. Zie 1 Kon. 14:10. 1Ki 14.10 13) te allen dage Zie 2 Sam. 7:13. 2Sa 7.13 14) lamp Zie 1 Kon. 11:36. 1Ki 11.36 Psalms 132:17
43) Daar zal Ik Dat is, Ik zal te Jeruzalem Davids koninkrijk en macht vermeerderen, gevende hem zijne zonen tot navolgers in het koninkrijk en voornamelijk den geestelijken Koning Christus. Zie Luk. 1:69; en Ps. 75:5, en Ps. 89:18,25. Lu 1.69 Ps 75.4 89.17,24 44) Mijn Gezalfde Dat is, den koning David. 45) een lamp toegericht. Versta door de lamp even hetzelfde, dat tevoren door den hoorn is beduid, te weten de nakomelingen Davids in het koninkrijk, en voornamelijk Christus. Zie 1 Kon. 11;36, en Luk. 2:32. Lu 2.32
Copyright information for
DutKant