2 Samuel 3:3
4) Chileab, Anders genaamd Danil; 1 Kron. 3:1. 1Ch 3.1 5) de huisvrouw van Nabal, Zie boven, 2 Sam. 2:2. 2Sa 2.2 6) Absalom, Hebreeuws, Abschalom. 7) Macha, Bekeerd zijnde tot de ware religie. 8) Gesur; Hebreeuws, Geschur; gelijk onder, 2 Sam. 13:37,38, en 2 Sam. 14:23, en 2 Sam. 15:8. Een stad, gelegen in het noorden, aan de grenzen van Gilead, vooraan in het gedeelte van Syri, genaamd Trachonitis. Zie Deut. 3:14; Joz. 12:5; onder, 2 Sam. 15:8. Daar zijn ook Gerusieten geweest tegen het zuiden van Kanan, naar Egypte toe, 1 Sam. 27:8, van welken David, te Ziklag zijnde, groten roof haalde. 2Sa 13.37,38 14.23 15.8 De 3.14 Jos 12.5 2Sa 15.8 1Sa 27.8 2 Samuel 14:23
59) Gesur; Zie boven, 2 Sam. 3:3, en 2 Sam. 13:37. 2Sa 3.3 13.37 2 Samuel 15:8
12) uw knecht Dat is, ik heb, enz. 13) Gesur in Syrie woonde, Zie boven, 2 Sam. 13:37,38. 2Sa 13.37,38 14) zekerlijk Hebreeuws, wederbrengende zal wederbrengen. 15) dienen. Dat is, een bijzonderen godsdienst doen met offeranden te offeren, en den Heere alzo voor zijn weldaad, aan mij bewezen, te danken, gelijk mijn gelofte medebrengt.
Copyright information for
DutKant