2 Samuel 5:9

26) bouwde

En Joab bouwde de rest, 1 Kron. 11:8.

1Ch 11.8

27) Millo af en binnenwaarts.

Van Millo, zie 1 Kon. 9:15, en Richt. 9:6.

1Ki 9.15 Jud 9.6

1 Chronicles 14:1

1 Chronicles 15:1

1) in zijn stad;

Dit was het bovenste deel der stad Jeruzalem, dat David van de Jebusieten met geweld gewonnen had. Zij werd de stad Davids genoemd, omdat David aldaar zijn woonplaats genomen had. Hebreeuws, En hij maakte zich huizen in Davids stad.

2) spande

Zie 2 Sam. 6:17.

2Sa 6.17

Psalms 132:5

10) voor den HEERE

Die zijne tegenwoordigheid openbaarde boven de ark en vandaar antwoord gaf. Zie Ps. 43:3.

Ps 43.3

11) een plaats

Zie van deze plaats 2 Sam. 6:17; 1 Kron. 16:1.

2Sa 6.17 1Ch 16.1

12) gevonden zal hebben,

Dat is, bereid zal hebben, gelijk Hand. 7:46.

Ac 7.46

13) woningen

Aldus spreekt de profeet in het getal van velen, omdat aan den tempel veel kamers en verblijfplaatsen waren.

14) voor den Machtige

Die op de ark des verbonds zit.

Copyright information for DutKant