‏ 2 Samuel 6:14

31) huppelde met alle macht

Het Hebreeuwse woord komt van Car, hetwelk betekent een lam, hetwelk, al voorgaande, huppelt en springt. Versta dit niet vleselijk, of naar de wijze van de kinderen dezer wereld, maar uit enkel heilige geestelijke vreugde, die de Heilige Geest in zijn hart ontstak over de bestelling van de reinen godsdienst, en de goddelijke voorbeelden en tekenen der zaligmakende genade van onzen Heiligen Jezus Christus, die uit zijn zaad zou voortkomen naar het vlees.

32) des HEEREN;

Die boven de ark tegenwoordig was en zich aldaar openbaarde. Zie 1 Sam. 4:4.

1Sa 4.4

33) linnen lijfrok.

Hebreeuws, efod; dat is, had een licht linnen overkleed aan. Zie 1 Sam. 2:18, en dit tot een bewijs zijner deemoedigheid voor den HEERE. Zie 2 Sam. 6:21,22.

1Sa 2.18 2Sa 6.21,22

‏ 2 Samuel 6:16-17

36) Michal,

Zie boven, 2 Sam. 3:13, enz.

2Sa 3.13

37) springende en huppelende

Of, zich sterkende, of [gelijk wij zeggen] naar zijn uiterste vermogen zich daartoe zettende en huppelende; dat is, met alle macht huppelende, gelijk 2 Sam. 6:14.

2Sa 6.14

38) des HEEREN,

Gelijk boven, 2 Sam. 6:14, en onder, 2 Sam. 6:17,21.

2Sa 6.14,17,21

39) verachtte zij hem in haar hart.

Van Davids heilig en geestelijk werk onheiliglijk, vleselijk oordelende.

40) gespannen had;

Al eer hij heenging om de ark te halen. Zie 1 Kron. 15:1. Dit heeft hij door ingeven des Heiligen Geestes gedaan, om te dienen ten tijde toe, dat een ander huis des HEEREN mocht worden gebouwd, hetwelk hij voornemens was te doen, maar door Gods bevel van Salomo geschied is. De andere tent, door Mozes opgericht, is geweest te Silo, 1 Sam. 1:3, enz., en 1 Sam. 14:3; te Nob, 1 Sam. 21:1, enz., en te Gibeon, 1 Kron. 16:39,40.

1Ch 15.1 1Sa 1.3 14.3 21.1 1Ch 16.39,40
Copyright information for DutKant