2 Samuel 9:7
9) zekerlijk weldadigheid bij u doen, Hebreeuws, ik zal doende doen, enz. 10) u En uwen zoon, onder, 2 Sam. 9:9,12. 2Sa 9.9,12 11) akkers van uw vader Saul Of, al het veld, land. 12) wedergeven; Dewijl Isboseth en anderen van Sauls huis tegen David gekrijgd hadden, zo waren hun goederen aan den koning vervallen, die ze nu Mefiboseth wedergeeft. 13) brood eten aan mijn tafel. Dat is, dagelijks bij mij eten en drinken, ter tafel bij mij gaan. Zie boven, 2 Sam. 3:35. 2Sa 3.35 2 Samuel 9:9
15) jongen, Dat is, die Sauls knecht geweest was. 16) zoon uws heren gegeven. Te weten, Mefiboseth; of gelijk sommigen, Micha [vs. 12]?, als die daarvan zou leven; maar hiermede was de vader niet uitgesloten, gelijk 2 Sam. 9:7. 2Sa 9.12,7
Copyright information for
DutKant