Acts 10:20

17) Daarom sta op,

Grieks maar.

18) niet twijfelende;

Namelijk of gij zulks moogt doen of niet, dewijl zij heidenen zijn.

Acts 11:12

Romans 4:20

48) aan de beloftenis Gods

Dit is het andere steunsel van het geloof van Abraham, namelijk de verzekerdheid die hij had van Gods trouw en standvastigheid in zijne beloften; Hebr. 6:17,18.

Heb 6.17,18

49) gevende God de eer;

Dat is, hiermede betonende te geloven dat God kon en zou doen hetgeen Hij beloofd had; en heeft alzo verzegeld dat God waarachtig is; Joh. 3:33.

Joh 3.33
Copyright information for DutKant