‏ Acts 10:43

43) door Zijn Naam.

Dat is, door Hem, of om zijnentwil, als die ene offerande voor onze zonden is geworden, en daardoor een eeuwige verzoening voor allen die in Hem geloven heeft teweeggebracht; Hebr. 5:9, en Hebr. 9:12.

Heb 5.9 9.12

‏ Romans 3:24-25

47) En worden

Van hier voort beschrijft de apostel al de oorzaken en eigenschappen van de rechtvaardigmaking des geloofs, die ons in het Evangelie geopenbaard is. De opperste oorzaak dan is de onverdiende genade Gods, de bewegende en verdienende oorzaak is de verzoening en verlossing door Christus geschied; het middel, waardoor ons die wordt toegerekend, is het geloof in het bloed van Christus; het einde is de betoning van Gods gerechtigheid en de vergeving der zonden. De eigenschap is dat alle roem des mensen voor God hierdoor wordt uitgesloten, en dezelve geopenbaard is, niet alleen voor de Joden, maar ook voor de heidenen.

48) om niet

Grieks tegeefs; dat is, door enkele gifte, zonder enige verdienste.

49) de verlossing,

Grieks apolytrosis; hetwelk, hoewel het somwijlen wat breder genomen wordt voor allerlei verlossing, zo betekent het nochtans eigenlijk ene verlossing, die geschiedt door opbrenging of betaling van rantsoen, gelijk Christus zelf spreekt Matth. 20:28. Zie ook 1 Cor. 7:23; 1 Petr. 1:18.

Mt 20.28 1Co 7.23 1Pe 1.18
50) voorgesteld heeft

Namelijk eerst in Zijn eeuwigen raad, en daarna door uitvoering van dien in de volheid des tijds, en eindelijk door de predikatie des Evangelies; 2 Tim. 1:9,10,11; 1 Petr. 1:20,21,22.

2Ti 1.9,10,11 1Pe 1.20,21,22

51) verzoening,

Grieks hilasterion; dat is, om te zijn een verzoener, namelijk der zondaren. De apostel ziet hier op den genadestoel of het verzoendeksel van zuiver goud gemaakt, dat de ark des verbonds, waar de tafelen der wet in lagen, bedekte; hetwelk ook hilasterion genaamd wordt, Hebr. 9:5, en was een voorbeeld dat Christus door Zijne zuiverheid en gehoorzaamheid onze overtredingen tegen de wet voor Gods aanschijn zou bedekken en ons met God verzoenen.

Heb 9.5

52) in Zijn bloed,

Dat is in, of door Zijn bloedig lijden en sterven. Deze woorden kunnen gevoegd worden •f bij het woord verzoening, dat Christus ons door Zijn bloed met God verzoend heeft; •f met het woord geloof, omdat het geloof, waardoor wij gerechtvaardigd worden, voornamelijk ziet op de gehoorzaamheid van Christus tot den dood des kruises toe, en daarop steunt en vertrouwt; hetwelk met het oogmerk des apostels schijnt best overeen te komen. Zie ook 2 Cor. 5:19,20,21; Gal. 2:20.

2Co 5.19,20,21 Ga 2.20

53) tot een betoning

Dat is, om te betonen Zijne trouw en waarheid in het houden van Zijn beloften, Luk. 1:69,70, of ook om te bewijzen dat Hij rechtvaardig is, dewijl Hij zelfs in Christus de zonden straft, welke Hij in het Oude Testament vergeven heeft om deze verzoening, die geschieden zou, en in het Nieuwe dagelijks vergeeft den gelovigen om dezelfde voldoening, die nu geschied is; hetwelk de volgende woorden schijnen mede te brengen.

Lu 1.69,70

54) die te voren geschied zijn

Namelijk onder het Oude Testament, die God in Christus eerst in de volheid des tijds gestraft heeft, tot dien tijd dezelve overziende; Hebr. 9:15. Of die de mensen gedaan hebben, eer zij door het geloof gerechtvaardigd worden. Hoewel ook de zonden, die na de bekering gedaan worden, niet anders worden vergeven dan om de voldoening van Christus; Filipp. 3:9; Hebr. 10:14; 1 Joh. 1:7, en 1 Joh. 2:2.

Heb 9.15 Php 3.9 Heb 10.14 1Jo 1.7 2.2

55) onder de verdraagzaamheid Gods;

Grieks in. Deze woorden worden van sommigen gevoegd met Rom. 3:26, doch hangen beter aan het voorgaande.

Ro 3.26
Copyright information for DutKant