Acts 12:1-2
1) Herodes de Namelijk Agrippa, een zoon van Aristobulus, die een zoon was van Herodes den Grote, en deze Herodes Agrippa was de vader van dien Agrippa, van wien hierna Hand. 25,26 meer gesproken wordt. 2) aan sommigen Grieks om sommigen van die van de gemeente kwalijk te handelen. 3) Jakobus, Namelijk den zoon van Zebedes en den broeder van Johannes, gelijk hier in den tekst staat, en Matth. 10:2, een van de voornaamste apostelen van Christus, dien Christus met Petrus en Johannes bij Zich dikwijls nam. De andere Jakobus dan, van wien men leest Hand. 12:17; Hand. 15:13, en Gal. 2:9, en die den zendbrief van Jakobus nagelaten heeft, die ook een broeder van Christus genaamd wordt, Mark. 6:3, en Jakobus de kleine, Mark. 15:40, is geweest een andere apostel, de zoon van Alfes en van de zuster van Maria, en een broeder van Joses, gelijk blijkt uit vergelijking van Matth. 13:55, en Matth. 27:56, en Gal. 1:19. Zie ook Matth. 10:3; Mark. 3:18. Mt 10.2 Ac 12.17 15.13 Ga 2.9 Mr 6.3 15.40 Mt 13.55 27.56 Ga 1.19 Mt 10.3 Mr 3.18
Copyright information for
DutKant