Acts 18:18
38) nam hij afscheid Namelijk op Zijne en der gemeente zaken orde gesteld hebbende, gelijk het Griekse woord medebrengt. Zie Mark. 6:46. Mr 6.46 39) naar Syrie; Dat is, de streek heen, die naar Syri gaat. 40) [zijn] hoofd Of, het hoofd; want het Griekse woord kan op beiden gepast worden, zo op Paulus als op Aquila. 41) te Kenchreen Dit was de haven van Corinthe, aan het oosten van de stad; gelijk de haven aan de andere zijde Lechen genaamd was, Strabo lib. 8. 42) geschoren hebbende; Namelijk gelijk degenen deden, die de belofde der Nazirers voor een tijd gedaan hadden; Num. 6:18,19,20. Nu 6.18,19,20 43) een gelofte [gedaan]. Namelijk der Nazirers, die beschreven wordt Num. 6, welke belofte sommigen deden voor hun leven, anderen voor een tijd, gelijk hier geschied is. De reden waarom deze belofte was gedaan, zie Hand. 21:23,24; 1 Cor. 9:20; waaruit blijkt dat deze ene belofte is geweest, niet om God daarmede dienst te doen, maar om uit liefde de zwakke Joden te dienen tot stichting, en om te tonen dat Hij geen verachter van de wet was. Ac 21.23,24 1Co 9.20
Copyright information for
DutKant