Acts 2:41
86) gaarne aannamen, Of, met behagen, gewilliglijk; daartoe door de genade Gods gewillig gemaakt zijnde. 87) zielen. Dat is, personen; Gen. 46:27. Ge 46.27 Acts 7:14
27) geslacht, [bestaande] Of, maagschap. 28) vijf en zeventig In den Hebreeuwsen tekst Gen. 46:27; Exod. 1:5 en Deut. 10:22, wordt maar van zeventig zielen vermeld; maar in de Griekse overzetting staat Gen. 46:27, en Exod. 1:5, van vijf en zeventig, welke overzetting sommigen menen, dat Lukas hier heeft gevolgd. Zie dergelijke Luk. 3:36. Anderen menen dat Stefanus boven de zeventig nog zou gerekend hebben de vier huisvrouwen van Jakob, en de twee zonen van Juda in Kanan gestorven, zonder Jakob zelf mede te rekenen. Ge 46.27 Ex 1.5 De 10.22 Ge 46.27 Ex 1.5 Lu 3.36 Romans 13:1
1) ziel zij Dat is, een ieder mens van welk geslacht, staat, beroeping of ouderdom hij zij; en dus ook de kerkedienaren. 2) den machten, Dat is, den overheden, die van God over andere met macht en autoriteit gesteld zijn. 3) over [haar] gesteld Grieks, over hebbende, op uitnemende; dat is, overste macht hebbende; waardoor verstaan worden niet alleen de hoge overheden, maar ook allen, die onder hen in enig ambt van regering gesteld zijn; 1 Tim. 2:2; 1 Petr. 2:13,14. 1Ti 2.2 1Pe 2.13,14 4) onderworpen; Dat is, moeten hun niet alleen gehoorzaam zijn, maar ook behoorlijk erkennen en eer bewijzen. 5) geen macht Dat is geen overheid met macht bekleed. 6) dan van God, Namelijk die niet alleen het ambt der overheid heeft ingesteld, maar die ook de personen [hoewel meest door het middel van mensen] daartoe verkiest en stelt; Spreuk. 8:15; Dan. 4:32. Pr 8.15 Da 4.32 7) die er zijn, Namelijk hetzij hoge of lage, hetzij opperste of onder anderen gesteld; 1 Petr. 2:13,14. 1Pe 2.13,14 8) geordineerd. Dat is, ingesteld onder het menselijk geslacht, om hetzelve in Gods plaats met orde te regeren; hoewel sommigen hunne macht dikwijls misbruiken, hetwelk God toelaat om de zonden des volks te straffen; Job 34:30. Job 34.30
Copyright information for
DutKant