Acts 23:1
1) met alle goed Namelijk niet alleen in het Christendom, maar ook in het Jodendom, want hij had toen ook God oprecht zonder geveinsdheid gediend, naar de kennis die hij had, hoewel hij de Christenen daarna uit onverstand had vervolgd. Zie verder 2 Tim. 1:3. 2Ti 1.3 2) voor God gewandeld Of, God gediend. Het Griekse woord betekent eigenlijk in enige stad als een goede overheid, of als een goed burger zich gedragen. Zie ook Filipp. 1:27, en Filipp. 3:20. Php 1.27 3.20 Hebrews 9:14
41) door den eeuwigen Geest Dat is, door zijn eeuwige godheid, waardoor de kracht en waardigheid der offerande van Christus is voortgekomen, gelijk Hand. 20:28 ook wordt aangewezen; en gelijk de eeuwige godheid van Christus ook een Geest wordt genoemd; Rom. 1:4; 1 Tim. 3:16; 1 Petr. 3:18. Ac 20.28 Ro 1.4 1Ti 3.16 1Pe 3.18 42) uw geweten Dat is, uwe zielen, verstand, wil en genegenheid, waarvan de conscientin ook het gevoel hebben, om te weten hetgeen ons door God geschonken is; 1 Cor. 2:12. Anderen lezen: onze conscientin. 1Co 2.12 43) dode werken, Dat is zonden. Zie Hebr. 6:1. Heb 6.1 Hebrews 10:22
41) waarachtig hart, Dat is, ongeveinsd, oprecht gemoed. 42) [onze] harten Dat is, onze zielen of gedachten, wil en genegenheden. 43) gereinigd zijnde Grieks besprengd; dat is, met besprenging van het bloed van Christus gereinigd en bevrijd zijnde van de kwade conscientie. Zie hiervoor Hebr. 9:14. Heb 9.14 44) het lichaam gewassen Dat is, onze uitwendige daden of werken, die door het lichaam geschieden. 45) met rein water. Dat is, door de werking van den Geest van Christus, die door rein water doorgaans wordt aangeduid. Zie Ezech. 36:25; 1 Joh. 5:6. Eze 36.25 1Jo 5.6
Copyright information for
DutKant