Acts 28:2
2) de barbaren Alzo noemden de Grieken en Romeinen alle andere natin, die van de hunne niet waren, vanwege hunne vreemde zeden en onbekende talen, die zij spraken; zie Rom. 1:14; 1 Cor. 14:11, waarvan het schijnt dat nog hedendaags dat deel van Afrika, dat tegenover Cicili en Maltha ligt, Barbarij genaamd wordt. Ro 1.14 1Co 14.11 3) een groot vuur Grieks pyra; hetwelk betekent een hoop van hout, of andere stof, geschikt om te branden.
Copyright information for
DutKant