‏ Acts 6:1

1) in dezelfde

Namelijk als de apostelen in de gevangenis geworpen waren geweest.

2) der Grieksen

Grieks Hellenistai. Dezen waren Joden van afkomst en godsdienst, maar werden Grieksen genaamd, omdat zij in de verstrooiing in de Griekse of heidense landen geboren waren, en omdat zij de Griekse taal en overzetting des Bijbels gebruiken, die daarna bekeerd zijn tot de Christelijke religie. Zie Hand. 9:29, en Hand. 11:19,20. Doch de andere Joden, die den Hebreeuwsen Bijbel gebruikten, werden Hebre‰n genaamd. Zie ook 2 Cor. 11:22.

Ac 9.29 11.19,20 2Co 11.22

3) bediening

Grieks Diakonia; klagende, namelijk •f dat hunne weduwen tot den dienst der armen niet mede gebruikt werden, •f dat hun arme weduwen zo wel niet verzorgd werden als de weduwen der Hebre‰n.

4) verzuimd werden.

Grieks overgezien.

‏ Romans 15:25

84) reis ik naar Jeruzalem,

Dat is, dat ik niet terstond mij op reis begeef om tot u te komen, is omdat ik eerst noodzakelijk van hier naar Jeruzalem moet reizen.

85) dienende de heiligen.

Dat is, om den armen en verdrukten gelovigen binnen Jeruzalem de aalmoezen te brengen, die voor hen vergaderd zijn, gelijk in Rom. 15:26 verklaard wordt.

Ro 15.26
Copyright information for DutKant