Acts 9:4
7) gevallen zijnde, Namelijk uit schrik, verbaasdheid en vrees. 8) zeide: Saul, Namelijk in de Hebreeuwse taal; Hand. 26:14. Ac 26.14 9) Mij? Namelijk in mijne leden, dat is mijne gemeente, die mijn lichaam is; 1 Cor. 12:12; Ef. 5:23. 1Co 12.12 Eph 5.23 2 Corinthians 1:5
7) het lijden van Dat is, dat wij om Christus' wil lijden; of, dat wij lijden als leden van Christus, naar het voorbeeld van Christus, die het lijden, dat Zijnen leden aangedaan wordt als Zijn eigen rekent; Hand. 9:4; Rom. 8:17; Col. 1:24. Gr. de lijdingen. Ac 9.4 Ro 8.17 Col 1.24 8) onze vertroosting Namelijk waarmede wij zelf vertroost worden en dienvolgens ook bekwaamheid krijgen, om anderen te beter te troosten. Zie 2 Cor. 1:4. 2Co 1.4 2 Corinthians 4:10
20) de doding des Dat is, het gevaar des doods om Christus' wil. Of, de vervolgingen en benauwdheden tot den dood toe, om Christus' wil en naar het voorbeeld van Christus, en die Christus ook rekent Zichzelven te geschieden, Hand. 9:4, gelijk in 2 Cor. 4:12 wordt verklaard. Ac 9.4 2Co 4.12 21) het leven van Jezus Dat is, de levendmakende kracht van Christus en Zijns Geestes, die zich in onze bediening alhier openbaart en hiernamaals tot onze verlossing ten volle zal openbaren, gelijk ook 2 Cor. 4:12 verklaart. Zie Rom. 8:10,11. 2Co 4.12 Ro 8.10,11 Hebrews 11:26
64) Christus meerderen rijkdom te zijn, Dat is, die hij om de verwachting van Christus en naar Christus' voorbeeld zou moeten lijden. Zie dergelijke 2 Cor. 1:5; Col. 1:24. Want Mozes heeft ook den dag van Christus gezien en zich daarin verheugd, gelijk van Abraham gezegd wordt, Joh. 8:56. 2Co 1.5 Col 1.24 Joh 8.56 65) op de vergelding des loons. Namelijk die eeuwig en onvergankelijk zou zijn in den hemel, 1 Petr. 1:4,5,6; waar de gelovigen ook op mogen zien, als op een loon, niet dat God hun schuldig zou zijn, of dat zij zouden verdienen, maar dat God hun Vader hun als Zijne kinderen uit genade belooft te zullen geven. Zie Matth. 5:10,11,12. 1Pe 1.4,5,6 Mt 5.10,11,12
Copyright information for
DutKant