Amos 1:13
35) kinderen Ammons, Zie Jer. 49:1; Ezech. 25:2. Jer 49.1 Eze 25.2 36) Gilead hebben Zie Amos 1:3. Am 1.3 37) opengesneden, Versta onder deze ene gruwelijke soort van tirannie al de andere, gelijk in Amos 1:3, en Hos. 14:1. Am 1.3 Ho 13.16 38) landpale te verwijden. Dewijl het land der Ammonieten aan Gilead grensde, beide in het oosten over de Jordaan gelegen. Zephaniah 2:8
26) de beschimping van Moab gehoord, Of, de versmading, of den smaad. 27) zich groot gemaakt Oorlog tegen hen voerende, en hun een deel van hun land afnemende, pochende dat zij nog meer land hun wilde afnemen. Zie de aantekening bij Ps. 35:26, en verg. Jer. 48, en Jer. 49. Ps 35.26
Copyright information for
DutKant