Amos 2:12
30) wijn te drinken gegeven, Tegen Gods uitgedrukt bevel, Num. 6:3, om hem te tergen en met alle godzaligheid te spotten. Nu 6.3 31) den profeten geboden Hebr. aan, over, of tegen de profeten geboden; dat is, hun verboden. Alzo wordt het woord gebeiden somtijds gebruikt; zie Gen. 2:16; Lev. 4:2; Deut. 2:37, en Deut. 4:23, met de aantekening. Ge 2.16 Le 4.2 De 2.37 4.23 32) Gij zult niet profeteren. Verg. Jes. 30:10; Jer. 11:21; Amos 7:13. Isa 30.10 Jer 11.21 Am 7.13
Copyright information for
DutKant