Daniel 1:20
64) van verstandige wijsheid, Hebreeuws, van wijsheid der verstandigheid. 65) tienmaal Of, veelmaal. Hebreeuws, tien handen. Zie Gen. 43:34; zie ook 2 Sam. 19:43. Ge 43.34 2Sa 19.43 66) boven al Dat is, voortreffelijker, verstandiger, dan al de tovenaars. 67) tovenaars [en] sterrekijkers, Zie Gen. 41:8, en Exod. 7:11. Ge 41.8 Ex 7.11 Daniel 2:2
6) zeide de koning, Dat is, gebood; gelijk Dan. 1:3. Da 1.3 7) de tovenaars, Zie de aantekening Gen. 41:8. Ge 41.8 8) guichelaars, Zie Exod. 7:11. Ex 7.11 9) Chaldeen, Dit was in die tijden een erenaam, alsof zij al de wijsheid en wetenschap alleen gehad hadden, en dat in andere landen of mensen gene wijsheid ware te vinden geweest. 10) te kennen te geven; Versta hierbij: en daarna uit te leggen, Dan. 2:5. Da 2.5 Daniel 2:27
74) de waarzeggers den koning Versta hier, zulke personen, die de Latijnen haruspices noemen, die uit de ingewanden der opgeofferde beesten zich vermaten toekomstige dingen te kunnen voorzeggen. Chaldeeuws eigenlijk, snijders, omdat zij de geofferde beesten opensneden, tot zulk een einde als straks gezegd is; zie Ezech. 21:21. Eze 21.21
Copyright information for
DutKant