Daniel 11:22

101) de armen der overstroming

Of, de overstromende armen; dat is, de veldoversten en kapiteins van den koning in Egypte, die als een vloed in Syri‰ plachten te vallen, zullen van Antiochus Epifanes in den strijd verslagen worden. Sommigen verstaan de armen van de rivier de Nijl.

102) overstroomd worden

Dat is, overwonnen worden.

103) de vorst des verbonds.

Dat is, de vorst met wien het verbond gemaakt was, te weten Trifon, een van de voornaamste heren van Egypte, die met Antiochus Epifanes een verbond gemaakt heeft, en hem raad gaf dat hij zijne heirlegers zou achterlaten, en met de kroon van Egypte [alzo de koning Ptolomeus Filometro toen nog een kind was] in een verbond treden en de voogdij over Filometor, de zoon van zijne zuster Cleopatra, aannemen zou; maar hij, dit teweeggebracht hebbende, heeft onder dat deksel zelf het rijk ingenomen, eerst den voornoemden Trifon van kant geholpen hebbende. Anderen vertalen en verklaren deze woorden alzo: Daartoe zal hij een wederpartijder des verbonds zijn, hij, te weten Antiochus. Het Hebreeuwse woord wordt, naar sommiger gevoelen, somtijds in deze betekenis genomen. Zie Dan. 10:13.

Da 10.13

Daniel 11:25

115) tegen den koning van het Zuiden,

Te weten tegen Ptolomeus Filometor, den koning van Egypte. Dit is nu de tweede tocht, dien Antiochus Epifanes tegen Egypte doen zou, welks beleid en voortgang de engel hier te kennen geeft.

116) zal zich in den strijd mengen

Dat is, hij zal krijg voeren, te weten tegen Antiochus; zie Livius in het 45e boek.

117) hij zal niet bestaan,

Te weten Filometor.

118) zij zullen gedachten tegen hem denken.

De zin is: zijne raadsheren en hovelingen, Dan. 11:26, [door geschenken en beloften van grote dingen, door Antiochus ingenomen zijnde] zullen Filometor, hun jongen onbedreven koning, door hun trouwelozen raad bedriegen, en zij zullen Antiochus aanhangen, uit vrees dat hij, meester geworden zijnde, hen niet te schande make en verdelge.

Da 11.26

Daniel 11:30

137) Chittim

Dat is, van Cilici‰, waar de Romeinen gewoonlijk een vloot schepen hielden om over de Middellandse zee te heersen. Zie van Chittim, Gen. 10:4, en Num. 24:24. Ptolomeus Filometor, van Antiochus overheerd zijnde, heeft hulp aan de Romeinen verzocht en verkregen.

Ge 10.4 Nu 24.24

138) tegen hem komen,

Te weten tegen Antiochus.

139) daarom zal hij met smart bevangen worden,

Omdat hij door de Romeinen zal gedwongen worden met zijn leger uit Egypte te trekken. C. Popilius Laenas, veldoverste der Romeinen, heeft Antiochus zover gebracht, dat hij hem harde voorwaarden heeft voorgeslagen, en rondom hem met zijn staf in het zand een ring makende, belastte hem te besluiten en ronduit te antwoorden, of hij Egypte verlaten wilde of niet, eer hij uit dien ring of cirkel treden zou.

140) wederkeren,

Te weten naar Syri‰, zijn land, als hij Egypte zal moeten verlaten.

141) het heilig verbond,

Zie boven Dan. 11:28.

Da 11.28

142) hij zal het doen;

Te weten dat hij voorgenomen en in zijn toorn besloten had te doen, namelijk hij zal Jeruzalem overvallen, den tempel en de stad uitplunderen en den godsdienst afschaffen. Zie hiervan breder Josefus in het eerste boek van de Joodse oorlogen, hoofdstuk 1.

143) wederkerende

Niet in eigen persoon, maar hij zal er Apollinius henen schikken; zie 1 Mach. 1:30, en 2 Mach. 5:24.

144) hij acht geven

Dat is, hij zal hen tot zich trekken, versterken en helpen, om alzo de macht der vrome Joden te breken door de trouweloze Joden, gelijk daar waren Jason, Menelaus, en hunne aanhangers.

Copyright information for DutKant