Daniel 2:15

44) Hij antwoordde en zeide tot Arioch,

Dat is, hij sprak, of hij hief zijne rede op. Aldus wordt het woord antwoorden dikwijls genomen; zie Richt. 18:14.

Jud 18.14

45) den bevelhebber des konings:

Chaldeeuws, heerser. Hetwelk hier zoveel is als een geweldhebber of overste van des konings garde, gelijk Dan. 2:10.

Da 2.10

46) Waarom zou de wet van 's konings wege [zo] verhaast worden?

Dat is, welke reden is er, dat men dus haastelijk met het doden der wijzen voortvaart? En zou het uitvoeren van dit vonnis niet nog wat kunnen of mogen opgeschort worden? Chaldeeuws, waarom haast deze wet, of dit vonnis van het aangezicht des konings?

47) Toen gaf Arioch aan Dani‰l de zaak te kennen.

Hieruit blijkt dat Dani‰l niet is ontboden geweest met de tovenaars, enz. De Heere heeft niet gewild dat zijne dienaars onder de dienaars van den duivel gemengd of gerekend zouden worden, tot verkleining of verdonkering van de eer zijner heilige majesteit.

Copyright information for DutKant