Daniel 2:21

57) Hij verandert de tijden en stonden;

Dat is, Hij ordineert, bestuurt en regeert al de zaken, die in de wereld geschieden, naar zijn believen en goddelijke almacht; alzo dat alle ding, persoon en wat het wezen moge, zijn zekeren bestemden tijd van God verordineerd is, wanneer, hoe, door wien, dit of dat onfeilbaarlijk geschieden zal, ofschoon het alle mensen en duivels zochten te verhinderen; vergelijk Pred. 3:1.

Ec 3.1

58) zet de koningen af,

Of, verzet. Chaldeeuws, die de koningen overzet; te weten van een hogen tot een nederen staat, ja ook van het leven in het graf. Anders: Hij doet hen voorbijgaan, Hij neemt hen weg. Zie de voorbeelden van Nebukadnezar en Belsazar, in dit boek, en vergelijk met deze plaats Job 12:18.

Job 12.18

59) bevestigt de koningen;

Of, zet in; te weten in hun koninklijke waardigheid; zie Ps. 75:7, en Job 34:24.

Ps 75.6 Job 34.24

60) die verstand hebben;

Chaldeeuws, die verstand kennen, of weten; zie Jak. 1:5,17.

Jas 1.5,17
Copyright information for DutKant