Daniel 4:36

106) kwam mijn verstand weder in mij;

Dit was het grootste en voornaamste dat hij verloren had, waar de koninklijke waardigheid niet bij te vergelijken was.

107) mijn glans weder op mij;

Te weten de glans, of vorige schone gestaltenis van zijn aangezicht. Zie Dan. 2:31.

Da 2.31

108) raadsheren

Of, regenten, of vorsten.

109) geweldigen

Of edelen, of de groten des lands.

110) zochten mij,

Het schijnt dat de koning van zijne raden is afgezet en verstoten geworden, toen zij zagen dat hij uitzinnig was; maar dat zij hem weder gezocht en aangenomen hebben, toen zij zagen dat hij wederom tot zijn verstand gekomen was.

111) toegevoegd.

Te weten van God en de vorsten des rijks.

Daniel 5:9-10

32) zijn glans werd aan hem veranderd,

Zie boven Dan. 5:6.

Da 5.6

33) zijn geweldigen werden verbaasd.

Omdat deze mede schuld hadden aan verscheidene zonden van den koning, daarom moesten zij ook de straf mede dragen. Ook heeft God de Heere gewild dat hun dit mede aan het hart zou treffen, opdat door hen dit wonder in alle koninkrijken en landen zou verkondigd worden.

34) Om deze woorden des konings

Dat is, toen zij gehoord had de woorden van den koning en der vorsten, en hetgeen wat daar geschied was.

35) de koningin in het huis des maaltijds.

Niet van de huisvrouw van den koning Belsazar [want Dan. 5:2 staat, dat zijne vrouwen mede op den maaltijd gekomen waren], daarom moest men dit verstaan van de nagelaten weduwe van den koning Nebukadnezar, de grootmoeder van Belsazar, of zijne moeder.

Da 5.2

36) O Koning,

Anders: de koning leve in eeuwigheid. Chaldeeuws, in eeuwigheden. Van deze manier van groeten, zie boven Dan. 2:4, en Dan. 3:9.

Da 2.4 3.9
Copyright information for DutKant