Daniel 8:12
57) het heir Dat is velen van Gods volk werden rechtvaardig overgegeven in den afval, alzo dat zij den gansen godsdienst verzaakten en tot de heidense afgoderij vervielen, door aandrijving van Antiochus. Zie 1 Mach. 1:12, enz., en 1 Mach. 2:15. Anders: En het heir werd [hem] overgegeven om der overtreding wil tegen het gedurig offer. Het heir, [te weten het heir des Heeren, of des hemels, gelijk Dan. 8:10, hem,] te weten Antiochus, om de overtreding begaan tegen den godsdienst. Anders: het heir werd hem gegeven tegen het dagelijks offer [dat is, tegen den godsdienst], om der verderving wil; dat is, een heirkracht werd hem gegeven om Gods wraak uit te voeren aan de overtreders van den godsdienst. Da 8.10 58) hij wierp Te weten hoorn, of [hij] te weten Antiochus. 59) de waarheid ter aarde; Dat is, de ware godsdienst en goddelijke leer der wet. 60) deed het, Aldus voorzegt de profeet dat Antiochus Epifanes of Epimanes zijn boze gedachten en goddeloze voornemens, naar zijn welgevallen, een tijdlang zou uitrichten. Zie Josef. lib. 10; Antiq. Judaic. cap. 14. Daniel 8:25
110) door zijn Of, na, of, vermits, of boven. 111) kloekheid Het Hebreeuwse woord betekent verstand, of verstandigheid, vernuft, naarstigheid, gauwigheid en kloekbeleid. 112) zo zal hij de bedriegerij Dat is, door zijne arglistigheid zal hij er velen bedriegen, te weten die van Azi, Syri en Egypte, die hij met geschenken en gaven heeft aan de hand gekregen en gehouden. 113) doen gedijen Of, gelukken. 114) in zijn hand; Of, onder zijne hand. 115) verheffen; Hebreeuws, grootmaken. De zin is: Nadat hij vele grote zaken gelukkig en naar zijnen wens zal hebben uitgericht, zo zal zijn hart derhalve zich verhovaardigen. 116) in stille rust Dat is, terwijl de mensen zonder enig achterdenken van kwaad zullen zijn, en menen dat alle dingen stil en wel zijn, zo zal hij daarop loeren en hij zal er velen onvoorziens overvallen. Anders: door gerustigheid, dat is, makende bedriegelijken vrede, om dezen en dien alzo te bedriegen. Zie 1 Mach. 1:31. 117) tegen den Vorst der vorsten, Dat is, tegen den God Israls. Zie boven Dan. 8:11. Da 8.11 118) zonder hand verbroken worden. Maar door een verschrikkelijke krankheid, komende van God den Heere. Zie 1 Mach. 6:8, enz., en 2 Mach. 9:5, enz.
Copyright information for
DutKant