Deuteronomy 11:24
25) waar uw voetzool op treedt, Vergelijk boven, Deut. 2:5; Joz. 1:3, en Joz. 14:9. De 2.5 Jos 1.3 14.9 26) van de woestijn en den Libanon, Vergelijk Gen. 10:19, en Gen. 15:18; Exod. 23:31; Num. 34; boven, Deut. 1:7; Joz. 1:4. Ge 10.19 15.18 Ex 23.31 De 1.7 Jos 1.4 27) achterste zee, Dat is, die in het westen gelegen is. Oost, of de opgang der zon, wordt genoemd het voorste deel, en west, of de ondergang, wordt genoemd het achterste. Vergelijk onder, Deut. 34:2; Joz. 1:4, en Joz. 13:5; Jol. 2:20. De 34.2 Jos 1.4 13.5 Joe 2.20 Zechariah 14:8
32) te dien dage geschieden, Ten tijde der verschijning van Christus in het vlees. 33) levende wateren uit Jeruzalem vlieten zullen, Dat is, altijd vloeiende en vliedende. Hierdoor moet men verstaan de gaven van de Heilige Geest , die Christus overvloedig over zijne kerk uitstorten zou; zie Ezech. 47:1; Joel 3:18; Openb. 22:1; verg. Joh. 4:14, en Joh. 7:38. Eze 47.1 Joe 3.18 Re 22.1 Joh 4.14 7.38 34) de helft van die naar de oostzee, Dat is, alle gelovigen der ganse wereld, zij zijn waar zij zijn mogen, hetzij tegen den opgang of den ondergang der zon, zullen die geestelijke gaven deelachtig worden. 35) de achterste zee aan; Aldus wordt de Middellandse zee genoemd. Zie Deut. 11:24, en Deut. 34:2. De 11.24 34.2 36) zij zullen des zomers en des winters Dat is, in eeuwigheid en altoosdurend. 37) zijn. Dat is, duren, vlieten. Anders: het zal des zomers, en des winters geschieden.
Copyright information for
DutKant