Deuteronomy 2:27
33) alleenlijk langs den weg voorttrekken; Of, gestadiglijk; strak voor mij heen, zonder mij van den weg af te geven, gelijk de volgende woorden uitwijzen. Hebreeuws, in den weg, in den weg. Isaiah 26:5
15) de hooggezetenen Te weten de Babylonirs, mitsgaders andere geweldige en machtige vijanden zijner kerk. Anders: die in hoogte wonen; zie boven Jes. 25:12. Isa 25.12 16) de verheven stad; Versta, de stad Babel. 17) Hij vernedert ze, Van de wederhaling van een en hetzelfde woord, zie Ezech. 21:9. Eze 21.9 Isaiah 26:15
45) hadt Hebreeuws, Gij hadt tot dit volk toegedaan; dat is, velerlei zegen gegeven; of, gelijk sommigen, vele straffen toegevoegd; door welke beide God eer behaalt. 46) dit volk Te weten de Joden. 47) Gij hadt Van dergelijke wederhaling van het woord zie boven Jes. 26:5. Isa 26.5 48) verheerlijkt Te weten door de weldaden aan dit volk bewezen. Anders: bezwaard geworden; te weten door de zonden, die zij tegen U hebben begaan, [daarom] hebt Gij hen, enz. Het Hebreeuwse woord betekent verheerlijken, het betekent ook bezwaren. 49) verre weggedaan. Dat is, verstoten, ten lande uitgestoten, te weten om hunner zonden wil. Ezekiel 21:9
21) Het zwaard, Versta door het zwaard de plaag van den oorlog. Zie Lev. 26:6. Le 26.6 22) het zwaard is Het woord is verdubbeld om de grootheid en zekerheid der zaak, die verhaald wordt, mitsgaders de beweging desgenen, die het verhaal doet, uit te drukken, alsook om dengenen, wien het verhaal aangaat, tot hartelijke beweging te verwekken; vergelijk 2 Kon. 4:19; Jes. 26:5; Jer. 4:19, en onder Ezech. 21:28. 2Ki 4.19 Isa 26.5 Jer 4.19 Eze 21.28 23) gescherpt, Te weten om te straffen en te verderven. 24) geveegd. Dat is, schoon, net en sierlijk gemaakt.
Copyright information for
DutKant