Deuteronomy 2:5
7) Mengt u niet met hen; Te weten, ten strijde, dat gij u met hen in oorlog zoudt begeven; gelijk onder, Deut. 2:9,24. Wat nu naderhand contrarie geschied is, daartoe hebben de Edomieten, Ammonieten en Moabieten door hun vijandschap oorzaak gegeven. Zie 1 Sam. 14:47; 2 Sam. 8:14; 1 Kon. 11:15,16; 2 Kon. 8:21; 2 Kron. 20:2,10,11; Ps. 83:7,8,9, enz. Vergelijk 2 Sam. 8:2. De 2.9,24 1Sa 14.47 2Sa 8.14 1Ki 11.15,16 2Ki 8.21 2Ch 20.2,10 2Ch 20.11 Ps 83.6,7,8 2Sa 8.2 8) tot de betreding van een voetzool; Dat is, zoveel de plant van een voet betreden mag. 9) gegeven. Zie Gen. 36:8. Ge 36.8 Joshua 1:3
Joshua 14:9
17) Toen zwoer Mozes Zonder twijfel door Gods last en ingeven. Vergelijk den eed Gods, Num. 14:21,24. Nu 14.21,24 18) Indien niet het land, Zie Gen. 14:23; en de volkomen reden Joz. 22:22, en 1 Sam. 24:22, en 1 Sam. 25:22. Ge 14.23 Jos 22.22 1Sa 24.21 25.22
Copyright information for
DutKant