Deuteronomy 20:3

28) ziel om ziel,

Dat is, leven om leven.

29) oog om oog,

Zie Lev. 24:20.

Le 24.20

Deuteronomy 20:8

4) smelte,

Zie boven, Deut. 1:28.

De 1.28

2 Kings 22:19

2 Chronicles 13:7

9) ijdele mannen,

Zie Richt. 9:4.

Jud 9.4

10) kinderen Belials,

Dat is, heilloze boeven, ongeschikte en ongebonden deugnieten, die niet alleen geen mens deugd doen, maar ook onder geen wetten staan willen. Zie Deut. 13:13.

De 13.13

11) jong was

Te weten, van moed, hart en courage, gelijk de volgende woorden verklaren. De zin is dat hij geen krijgsman of ervaren man was. Vergelijk Pred. 10:16; anders, van ouderdoms halve was hij een en veertig jaren oud als hij tot de regering kwam, boven, 2 Kron. 12:13.

Ec 10.16 2Ch 12.13

Isaiah 7:4

13) Wacht u,

Te weten van te vrezen.

14) die twee staarten

Aldus noemt de profeet verachtzaamlijk den koning van Syri‰ en den koning van Isra‰l, en hij geeft te kennen dat hun toorn [die als een brandend vuur scheen te zijn en alsof zij de gehele wereld zouden in brand gebracht hebben] weinig te achten was en haast vergaan of gene kracht meer hebben zou, hen vergelijkende bij een hout, dat schier verbrand was en weinig of geen vuur meer had, maar alleenlijk nog rook van zich gaf. De koning van Syri‰ was bijna uitgebrand, of ten onder gebracht door Joas, den zoon van Joahas; 2 Kon. 13:25. De koning van Isra‰l was schier teniet gekomen door inlandse muiterij en krijg, 2 Kon. 15:10,14,16, en zij beiden door Pul, den koning van Assyri‰, 2 Kon. 15:19, en 1 Kron. 5:26.

2Ki 13.25 15.10,14,16,19 1Ch 5.26

15) van den zoon van Remalia;

De profeet verwaardigt zich niet hem bij zijnen naam te noemen, of den titel van koning te geven, bedoelende nochtans Pekah, den koning van Isra‰l, zoon van Remalia.

Jeremiah 51:46

122) gerucht,

Dat is, tijding, die men horen zal van den optocht, de aankomst en den voortgang der koningen van Medi‰ en Perzi‰ tegen Babel. Hebreeuws eigenlijk, horing.

123) [ene] jaar,

Hebreeuws, in het jaar, en in het jaar; of het jaar door en het jaar door; dat is, in het ene jaar en in het andere jaar, of het ene jaar voor en het andere jaar na, jaar op jaar, het ganse jaar door, zo in het eerste jaar als in het tweede jaar. De geschiedenissen vermelden dat Cyrus in het eerste jaar van zijn optocht nog niet voor Babel gekomen is, maar in het tweede.

124) heer over heer.

Of, heerser tegen heerser; te weten de heren van Medi‰ en Perzi‰ zullen zijn over en tegen de Babyloni‰rs.

Copyright information for DutKant